Martijn Krabbé kreeg acute buikontsteking en balanceerde op het randje

Tussen de klaterende champagne van de BN’er-feestjes en het gekakel op Instagram om wie met wie nu weer is vreemdgegaan komt ineens een ander geluid binnenrollen. Stil. Echt. En verrassend rauw. Martijn Krabbé die ooit dagelijks door je tv scherm paradeerde alsof hij er woonde, laat zich in een lange en eerlijke update van zijn meest kwetsbare kant zien. Geen make-up, geen autocue, geen glamour.
Hij begint meteen met wat er écht toe doet: de mensen. “Ik kan jullie niet vertellen wat de enorme tsunami aan liefde die jullie over ons heen hebben gestort heeft betekend.” En dat bedoelt hij niet als standaard-BN’er-bedankje. Nee, de betrokkenheid was zó intens dat hij zelfs stopte met reageren op social media. Hij werd erdoor overspoeld zegt hij – niet uit onverschilligheid, maar simpelweg omdat het hem te veel werd.
Die steun kwam precies op het juiste moment, blijkt nu. Want de klap die zijn gezin kreeg was niet mis. Het interview in LINDA was een soort open deur naar acceptatie, vertelt hij. “Het heeft geholpen bij een nieuwe stap in het accepteren van onze situatie.” Hij realiseert zich inmiddels dat wat zij meemaken, voor velen herkenbaar is. “Veel lotgenoten lieten van zich horen met allemaal goedbedoelde maar altijd liefdevolle adviezen.”
Maar hoe gaat het dan écht met hem, nu? De eerlijkheid volgt meteen: “Beter dan de situatie zoals die zich begin maart voordeed.” Want daar zit de crux. Terwijl iedereen dacht dat het redelijk ging werd hij keihard onderuitgehaald door iets banaals en tegelijkertijd levensgevaarlijks: een acute buikontsteking. Niks te maken met zijn oorspronkelijke ziekte, maar het zette hem wel wéér anderhalve maand uit de roulatie. “Die heb ik grotendeels in het ziekenhuis doorgebracht,” schrijft hij.
En daar hoorde hij dus iets wat hem pas echt deed schrikken. “Toen ik ook nog eens te horen kreeg dat ze de risico’s op allerlei complicaties bij een operatie niet aandurfden, schrok ik wel een beetje.” Zo’n zin die je alleen op die kalme manier opschrijft als je het zelf hebt meegemaakt. Want het was serieus. Zijn ontstekingswaarden zakten gelukkig vanzelf – “gelukkig deden ze dat wel” – maar de onzekerheid was groot.
Zijn geplande reizen naar India en Sri Lanka? Afgelast. Geen olifanten, geen curry, geen spiritualiteit in sari’s. “Maar ik was al blij dat een bezoek aan Artis weer bereikbaar was,” grapt hij met een vleugje weemoed. En ja, daar zitten zijn favoriete dieren: “de pinguïns.”
Toch is er licht. Martijn is weer bezig met het opbouwen van fitheid en belangrijker nog: met het leven zelf. Hij vertelt over een romantische reis langs de kastelen van de Loire met zijn vrouw Deborah. “Heel erg romantisch en heel erg verdiend.” En dan komt daar zijn typerende knipoog: “Ik kan af en toe een draak zijn. Wel een dankbare draak.”
Als afsluiter deelt hij iets dat meer zegt dan duizend medische rapporten: “Na anderhalf jaar leven met mijn ziekte voelt nog steeds iedere extra dag als een cadeautje.”