Het laatste showbizz nieuws

Shownieuws

Ex-manager onthult de echte André Hazes: “Ik was zijn bodyguard, psycholoog en babysitter”


Rachel-Hazes

Voor het publiek was hij de ongekroonde koning van het levenslied, een man van bier, bitterballen en brullende meezingers. Maar wie dacht dat André Hazes een podium opliep met de bravoure van een rockster heeft duidelijk alleen de buitenkant gezien. Achter de coulissen was het een heel ander verhaal – eentje van spanning, controlfreakerij en diepe onzekerheid. En wie daar alles van weet? Zijn voormalige manager Jos van Zoelen. Een man die meer was dan een zaakwaarnemer: “Ik was zijn bodyguard, chauffeur, psycholoog én vriend.”

Het klinkt als een vacaturetekst voor een fulltime verpleger, niet als een beschrijving van je werk met een van de grootste zangers van Nederland. Maar Jos wist waar hij aan begon. Althans, dat dacht hij.

Altijd toneel, zelfs achter het gordijn

“Als er achter de schermen iets aan de hand was, moesten we dat vooral niet aan Hazes laten merken,” vertelt Jos in de Party. Want Hazes, die kon er niet mee omgaan. Eén verkeerde blik, één schuine opmerking en het ging mis. “Altijd blijven lachen,” was de gouden regel in het team. Zolang de crew de schijn ophield, ontspande zijn gezicht. Als een kind dat pas durft te spelen als papa blij kijkt.

Maar vergis je niet: die zenuwen zaten diep. Of het nu een kroeg in Almere was of Ahoy, de stress gierde door zijn lijf. “Waar hij ook moest optreden, hij was altijd zenuwachtig.” Alleen liet hij dat niet zien. Hij zette een grote mond op speelde de stoere jongen. “Ons kent ons, dat doe ik wel even.” Maar achter de schermen had Jos vaak al een kroegeigenaar gewaarschuwd: “Hazes kon bellen.” En dan moest alles kloppen. Geen gedoe. Geen onzekerheid. Want dan ging het mis.

Geen fan van collega’s, al helemaal niet als ze succes hadden

Eén van Hazes’ grootste angsten? Concurrentie. En nee, dan hebben we het niet over Madonna of Marco Borsato, maar over collega’s uit zijn eigen hoek. “Frans Bauer kwam eraan,” herinnert Jos zich. Dat zat André niet lekker. Samenwerken vond hij sowieso ingewikkeld. “Hazes was een solist. Hij werkte liever alleen.” De ironie van een man die zong over het leven samen, maar het liefst niemand om zich heen duldde als het serieus werd.

De paranoia als constante metgezel

En dan was er nog die andere kant. De waakzame bijna paranoïde Hazes. Zodra een locatie onbekend terrein werd gingen de voelsprieten aan. “Hij was paranoïa,” zegt Jos zonder omhaal. Bekende plekken? Dan was het ‘s middags al gezellig. Vreemde plekken? Dan moest Jos mee. En dat was niet zomaar voor de gezelligheid. De man was geen artiest meer, maar een menselijke alarminstallatie. Elke prikkel kon de boel laten ontsporen.

Een grote naam met een klein hart

Toch is het allemaal niet zwart-wit. Want onder al die bravoure en wantrouwen zat een jongen die soms op instorten stond bij een simpel compliment. “Hij had een portemonnee van honderd man, maar moest bijna huilen als iemand zei: knap bezig, jochie.” Daarin zat misschien wel het tragische van André Hazes: hij kon de liefde van duizenden aan, maar niet die van één mens recht in zijn gezicht.

Jos vat het mooi samen: “We zijn een goed huwelijk geweest.” Een huwelijk dat draaide op loyaliteit, vertrouwen en eindeloos veel geduld. André werkte niet met zomaar iemand. “Maar als ik zei: die is oké, dan ging het goed.”

En misschien was dat wel zijn enige echte zekerheid in een leven dat constant wankelde tussen applaus en angst.

Deel deze juice!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties