John de Bever overleeft gruwelijk ongeluk: ‘en paar centimeter verder en ik was er niet meer’

Er zijn van die verhalen die zelfs de meest doorgewinterde roddeljournalist even stil krijgen en dat overkomt je niet vaak. Maar toen John de Bever onlangs in weekblad Privé vertelde over het ongeluk dat hem bijna het leven kostte was dat precies zo’n moment. De zanger die we vooral kennen van zijn vrolijke lach en zijn aanstekelijke optredens bleek ooit letterlijk oog in oog met de dood te hebben gestaan.
Hij was nog maar twintig, een jonge voetballer in België toen het noodlot toesloeg. “Het was al wat schemerig toen er een tractor de weg op kwam rijden,” vertelt John. Dat klinkt onschuldig genoeg, maar wat hij niet zag, was dat er achter die tractor een kar hing vol met ijzeren pinnen. “Ik zag die wel, waardoor ik hem in eerste instantie kon ontwijken, maar ik wist niet dat er een kar achter hing met allemaal ijzeren pinnen.”
Wat er toen gebeurde, kun je je bijna niet voorstellen. John knalde er vol op. “Die ijzeren punten boorden zich door mijn auto heen. Die raakten mijn gezicht. Als één zo’n pin een paar centimeter meer naar rechts was gegaan had hij mij gespiesd en was ik er nu niet meer geweest.”
Hij overleefde, maar op een haar na. Zijn gezicht was letterlijk aan gort. “Mijn jukbeenderen waren verbrijzeld en ik had een open neusbreuk, mijn hele gezicht lag open. Het is dat ik een stevige auto had dat heeft mijn leven gered.”
Wat volgde was geen kort herstel. “Ik weet nog wel dat er heel snel een ziekenwagen aan kwam rijden. De situatie was zo erg, dat ik twee maanden in het ziekenhuis van het plaatsje Mol heb gelegen.” Twee maanden tussen hechtingen, pijnstillers en spiegels die hij liever even vermeed.
Vandaag de dag draagt John zijn littekens met een soort nonchalante trots. “De littekens op mijn enkel zijn nog altijd te zien,” zegt hij. “En in mijn gezicht heb ik plastic zitten. Dat komt omdat mijn jukbeenderen helemaal waren verbrijzeld. Dat hebben ze opgevuld, waardoor mijn gezicht voller werd.”
En daar zit misschien wel de ironie van het leven: de man die jarenlang op het podium stond met een brede glimlach en de boodschap dat het leven gevierd moet worden heeft dat recht met bloed, bot en plastic moeten verdienen.
Wat hij er niet bij zegt, maar wat je voelt als hij praat is dat dit ongeluk hem gevormd heeft. Die nuchterheid, dat levenslustige het komt niet uit lucht, het komt uit overleven.