René Froger is het zat en laat zich eindelijk uit over Marco Borsato
Wie de afgelopen weken ook maar vijf minuten naar een talkshow over glitterjurken en kerstshows heeft gekeken kon er niet omheen. De naam Marco Borsato hing weer eens in de lucht als een hardnekkige parfumwalm in een te warme lift. En ja hoor, ook René Froger kon er niet onderuit. Ik zat zelf met een kop lauwe koffie op de bank, half luisterend, half scrollend, toen het onderwerp ineens weer opdook. Altijd hetzelfde moment, altijd dezelfde vraag, altijd dat ongemakkelijke schuifelen.
René Froger was eigenlijk gekomen om over kerstconcerten te praten. Lampjes, sneeuwmachines, volle zalen. Gezellig. Maar voor je het weet, staat iemand van RTL Boulevard alweer te vissen naar die ene naam. Marco. Alsof hij de Voldemort van de Nederlandse showbizz is. Je mag hem noemen, maar liever niet te hard.
De vraag was voorspelbaar. Of het geen idee was om de Dromen Zijn Bedrog-zanger onder te brengen bij De Toppers. Een comeback, een verzoening, een regen van confetti en vergeving. René keek zoals je kijkt wanneer iemand voorstelt om je ex uit te nodigen op je verjaardag. Beleefd, maar innerlijk al klaar met het gesprek.
“Ik weet dat Marco het niet doet. Daar heb ik al vroeger met hem over gesproken, maar hij doet het niet.” Dat zei hij. Kort, duidelijk, zonder franjes. Geen ruimte voor romantische scenario’s of grootse herenigingen.
En toen kwam het deel waar René even stopte met zingen en begon te praten als een man die het leven kent. “En ik moet je heel eerlijk zeggen: ik denk dat het zeker de aankomende tijd… Geef die jongen even lekker z’n rust. Laat hem even bijkomen, want er is natuurlijk wel wat gebeurd, hè, in de afgelopen jaren. Geef hem even de tijd!” Je hoorde bijna het zuchten tussen de woorden door. Dit was geen PR-praatje, dit was vermoeidheid. Alsof hij dacht: mensen, laat het los.
Ik moest denken aan een oude buurman die altijd zei dat sommige wonden geen pleisters nodig hebben, maar stilte. Dat leek hier ook te gelden. De afgelopen jaren zijn geen voetnoot geweest, maar een hoofdstuk waar niemand vrolijk van wordt.
Alsof dat nog niet genoeg was, kwam het fysieke aspect ook nog voorbij. Want ja, De Toppers is geen zondagmiddagkoor. Dat is zweten, springen, urenlang staan terwijl je glimlacht alsof je net uit bed komt. René vertelde in het AD hoe hij zelf bezig is om dat allemaal vol te houden. “Het liefst maak ik op mijn racefiets een rondje door het bos. Verder heb ik thuis een fitnessruimte.” Ik moest lachen. In mijn hoofd zag ik mezelf na tien minuten al afhaken.
Wat staat er in die ruimte? “Een crosstrainer, roeiapparaat en hardloopband.” Serieus gereedschap dus. Geen yoga matje in een hoek. “En ga ik geregeld naar het zwembad voor een paar baantjes.” Terwijl de meesten van ons al trots zijn als we zonder hijgen de trap opkomen. “Soms draai ik vier uur durende shows zoals tijdens de kersteditie van De Toppers. Dan is het wel zo prettig als dat lijf een beetje fit is.”