Voor iedereen die graag kijkt, leest en een beetje nadenkt

Leven & Stijl

Waarom je biefstuk ineens goud waard is (en wat dat over ons zegt)


Waarom je biefstuk ineens goud waard is (en wat dat over ons zegt)

Je merkt het meteen als je boodschappen doet: het vleesvak is geen vanzelfsprekend feestje meer. Waar een biefstukje of gehaktbal ooit een vaste gast was op je bord kijk je nu twee keer naar het prijskaartje voordat je ‘m in je mandje legt. Rundvlees is namelijk fors duurder geworden. En dat zorgt niet alleen voor lege portemonnees, maar ook voor een klein identiteitsdingetje. Want vlees eten is in Nederland niet zomaar eten het is cultuur, comfort en een beetje nostalgie. Maar waarom wordt vlees eigenlijk zó duur en wat zegt dat over ons?

De feiten achter het dure vlees

Volgens de laatste cijfers van het CBS is rundvlees inmiddels zo’n 25 tot 30 procent duurder dan vorig jaar. Dat komt door een perfect storm van oorzaken:

  • Minder koeien in Nederland door stikstofmaatregelen.
  • Dure veevoeding en energieprijzen.
  • En supermarkten die hogere marges rekenen.

Het resultaat: de gehaktbal van vroeger is nu bijna een luxeproduct. Zelfs fastfoodketens verhogen stilletjes hun prijzen een hamburger is niet meer het snelle hapje dat het ooit was.

Waarom het meer raakt dan onze portemonnee

Voor de generatie die is opgegroeid met woensdag gehaktdag gaat dit niet alleen over geld. Het raakt aan een gevoel van gewoonte en comfort. Vlees stond symbool voor welvaart. Wie in de jaren ‘80 eindelijk elke dag vlees kon eten had het gemaakt. En nu? Nu lijkt die luxe iets waar we opnieuw over moeten nadenken.

Dat schuurt. Want als vlees eten “duur” of “niet duurzaam” wordt voelt het voor veel mensen alsof een stukje van hun jeugd verdwijnt. Alsof je ineens moet inleveren op iets wat jarenlang normaal was.

De emotie van de gehaktbal

Scrol even door sociale media en je ziet het sentiment. Onder nieuwsberichten over vleesprijzen verschijnen reacties als:

“Vroeger at je vlees omdat je het verdiend had. Nu moet je er bijna voor sparen.”

Of:

“Ze willen ons allemaal aan de tofu hebben, maar ik wil gewoon een goeie bal gehakt!”

Het is niet alleen mopperen het is herkenning. De gehaktbal is geen maaltijd meer, maar een symbool geworden. Net zoals we ooit mopperden toen de benzine over de twee euro ging mopperen we nu omdat vlees de grens van “gewoon eten” overschrijdt.

Wat Netflix ermee te maken heeft

Opvallend: op streamingplatforms duiken steeds meer docu’s op over voeding, duurzaamheid en nostalgisch eten.

  • In Rotten (Netflix) zie je hoe vleesproductie wereldwijd verandert.
  • In Somebody Feed Phil wordt juist de liefde voor traditioneel eten gevierd — vlees, saus en sentiment inbegrepen.
  • En in de serie The Bear draait het om eten als emotie en identiteit (en chaos in de keuken, natuurlijk).

Misschien verklaart dat waarom we hier zo op aanslaan: eten is nooit alleen eten. Het is herinnering, troost en connectie. Daarom raakt de vleesprijs ons dieper dan de prijs van benzine.

Wat je kunt doen (zonder dat het saai wordt)

Gelukkig is dit geen verhaal over “stop met vlees”. Het gaat eerder over slimmer genieten. Een paar ideeën:

1. Kleinere porties, beter vlees

In plaats van elke dag een groot stuk kun je af en toe kiezen voor iets écht lekkers van de slager of de boer. Een klein biefstukje met liefde gebakken smaakt meer dan een kilo fabrieksgehakt.

2. Eet zoals vroeger

Onze grootouders waren al flexitariërs zonder dat ze het zo noemden. Bonen, linzen, ei, vlees was de bijzaak, niet de hoofdrol. En dat werkte prima.

3. Gebruik streaming als inspiratie

Kijk eens naar kookprogramma’s die het anders aanpakken. Nadiya’s Simple Spices (Netflix) of Jamie’s One Pan Wonders geven ideeën die betaalbaar én vrolijk zijn.

4. Maak het een uitdaging

In plaats van klagen over prijzen, kun je er ook een sport van maken: “Hoe lekker kan ik koken voor minder dan vijf euro per persoon?”

Wat dit eigenlijk over ons zegt

We leven in een tijd waarin veel zekerheden een beetje verschuiven. Wonen, werken, eten niets is meer vanzelfsprekend goedkoop of stabiel.
De stijgende vleesprijs is misschien maar een klein voorbeeld, maar het laat wel zien hoe we nieuwe betekenissen zoeken. Wat is luxe? Wat is normaal? En wat vinden we belangrijker: gemak of gevoel?

Het grappige is: die zoektocht maakt ons niet armer, maar juist bewuster. We denken na over wat we kopen, we proeven weer met aandacht, we praten er zelfs over aan de keukentafel.

De nieuwe betekenis van vlees (en van genieten)

Misschien is dat wel het echte inzicht: Het gaat niet om vlees zélf, maar om wat het voor ons betekent. Gezelligheid, verbondenheid, iets om samen van te genieten. En dat kan ook zonder dat je steak de prijs van een concertkaartje heeft.

Dus ja vlees is duurder en word ook niet meer goedkoper, maar het is misschien wel waardevoller geworden. Wie bewust kookt, eet niet minder lekker, maar met meer aandacht.

En daar zit iets moois in: het idee dat genieten niet per se in de prijs zit, maar in het moment. De geur van jus op zondag, het sissen van de pan, iemand die zegt: “Die is echt goed gelukt.” Dat blijft onbetaalbaar.

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties